Terug naar de Startpagina           geneaservice.nl

Bossche Schepenzegels       GE t/m HA

Mogelijk meer details in Taxandria 1900 blz. 245

169. Jonker Willem van GENT, heer van Aarle, Beek, Rixtel en Stiphout. Hij kwam in de schepenstoel in 1452, 1458, 1465, 1470, 1476, 1481, 1484 en 1485, van welke jaren hij in 1476 en 1485 als president optrad. Bij het oproer van 1477 werd hij met andere regeringsleden gevangen genomen en deelde in het weinig benijdenswaardig lot overgeleverd te wezen aan de moedwil van een ogewonden menigte. (zie over dit oproer Taxandria 11 blz 161 en 162)

170. Frank van GESTEL, schepen in 1354 en 1363. Hij wordt in een stuk van 1383 met Leonus van Beeck en Godevaart Scheyvel kerkmeester van St. Jan genoemd

171. Frans van GESTEL Hendrikszn., schepen in 1586 en 1590. Hij was van 1572 tot 1593 gasthuismeester. Van Gestel huwde Johanna van Boxstel Segersdr. en stierf 22 Juli 1598. Meer bekendheid dan hij kreeg zijn zoon Hendrik, die bijna veertig jaar deel aan het bestuur van zijn geoortestad nam. Deze werd tot de schepenstoel geroepen in 1591, 1594, 1595, 1598, 1599, 1603, 1604, 1607, 1608, 1611, 1612, 1615, 1616, 1619, 1620, 1623, 1624 en 1628. Behalve het eerstgemelde was hij de overige jaren steeds presidentschepen, welk feit bij de Bossche regering uniek is, daar nimmer een schepen zeventien keer tot voorzitter is benoemd. Wel een bewijs dat Hendrik bij de aartshertogen Albertus en Isabella bijzonder was aangeschreven. Hij was luitenant van de schutterij der kloveniers toen de aanslag op de stad, 19 Januari 1585, door de graaf van Hobenlohe werd ondernomen, bij welke gelegenheid hij zich onderscheidde door zijn beleid en moed bij het, verdrijven der Staatsen, welke reeds met enige duizenden te voet en te paard binnen gedrongen en belangrijke punten bezet hadden, zodat een groot deel van deze gelukkigen uitslag hem mag worden toegeschreven. Later werd hij tot kapitein der schutterij bevorderd, in welken rang, en in die van sergeant-majoor of wacht-meester der stad, waartoe hij zich in 1601 zag benoemd, hij vooral in dat jaar tijdens de belegering door prins Maurits zo veel en belangrijke diensten bewees, dat de aartshertogen Albertus en Isabella, bij brief gegeven te Nieuwpoort 31 Januari 1602, hem tot de erfelijke adelstand verhieven en hem tevens met een gouden keten vereerden ter waarde van driehonderd kronen. Hendrik Van Gestel was gehuwd met Johannna van Vucht, die 9 Juni 1633 kwam te overlijden. Hij verwisselde het tijdelijke met het eeuwige 12 Maart 1636 en werd begraven bij zijn gade in de St. Janskerk, van welke hij vele jaren kerkmeester is geweest. (zie verder Taxandria 1900 blz. 256 en 257)

172. Arnold van GHEEL Lambertszn. Hij werd in 1446 tot schepen benoemd en was lid der Lieve-Vrouwe-broederschap. Hij is vermoedelijk overleden in het jaar 1472

173. Arnold GOYAERTS, schepen in 1343

174. Jan van GUNTERSLAER. Hij zag zich tot de schepenstoel geroepen in 1514, 1518 en 1522, stierf dat jaar en werd door Lambert van de Laerschot Willemszn. vervangen. Van Gunterslaer reisde op 11 Juni 1515 met de laagschout ridder Jan van Baecx en de secretaris Mr. Maarten de Greve naar den Haag om de jongen hertog Karel bij zijn terugkomst van Amsterdam aldaar van wege de stad te begroeten en naar den Bosch te inviteren om gehuldigd te worden. Zijn weduwe Margaretha, dochter van Theodorus Aerntz legateerde aan de Predikheeren een rente van vijf carolusguldens op twee huizen in de Vuchterstraat voor een jaargetijde en nog een rente van tien carolusguldens op huizen in gemelde straat voor twee wekelijksche missen, welke moesten worden gelezen in het H. Sacrements koor der kerk van gezegde kloosterlingen. Deze renten werden door Agnes Aerntz, zuster van Margharetha, 13 September 1542 aan het convent overgedragen

175. Jan GIJSSELEN Janszn., schepen in 1460, 1463, 1466, 1469 en 1475

176. Gijsbert GIJSSELEN, schepen in 1465. Hij legateerde 1 December 1494 aan de Predikheren de de Lobbenhoeve te Schijndel, een rente van 12 rijns-guldens en een pacht van anderhalf mud rogge te Erp, voor een grafstede en een jaargetijde in de kerk der genoemde geestelijken, alsmede onder voorwaarde Gerardus Robertszn. van Druenen kosteloos in het klooster op te nemen

177. Hendrik GIJSSELEN Hendrikszn., schepen benoemd in het jaar 1496. Hij stierf als lid der Lieve-Vrouwe-broederschap in 1535

178. Gijsbert HAECK. Hij kwam in de schepenstoel in 1449 en 1456, en met een tussenruimte van achttien jaar andermaal in 1474 en 1480. Met Wouter van Vucht trad hij van 1444 tot 1447 als gasthuismeester op. Hij legateerde 20 Juni 1486 aan de Predikheeren twee bunders land op de Calvenberg bij de stad voor een jaargetijde

179. Mr. Frans van HAENENBERG, schepen in 1563, 1568, 1569 en 1570. Hij bediende verscheidene jaren het ambt van rentmeester van het klooster der Zusters van Orthen aan de Hinthamerstraat

180. Jonker Willem van HAESTRECHT, heer van Drunen, schepen in 1528


Vorige      Volgende

Terug naar de Startpagina
© R.Kuijsten 2002