|
205. Hendrik de HEUSCH, schepen in 1540
|
|
206. Hendrik de HEUSCH, een zoon van de vorige, (zie 205) die in 1558 in de schepenstoel kwam
|
|
207. Berthout van HEUSDEN. Hij werd tot schepen benoemd In de jaren 1326, 1328, 1329, 1330 en 1332
|
|
208. Jacob van den HEUVEL, schepen in 1473
|
|
209. Hendrik de HONT. Hij was vele jaren stedelijk rentmeester en schepen in 1589. Hij was gehuwd met Anna van den Heesacker, die 4 Februari 1594 kwam te overlijden. Hij verwisselde het tijdelijke met het eeuwige 15 Januari 1609. Beide echtelieden werden in de St. Janskerk begraven. De Lieve-Vrouwe-broederschap telde de Hont onder hare leden
|
|
210. Mr. Hendrik van HORENBEECK. Hij zag zich tot schepen benoemd in 1596, 1559 en 1600. De hoorns en de gegolfde dwarsbalken, welke laatste water en hier een beek verbeelden, vormen een aardig sprekend wapen voor dit geslacht van Horenbeeck. Zie verder over hem Taxandria IV, blz. 35
|
|
211. Dirk van HIJNDEN of, Hinden, schepen in 1485, 1495 en 1501. Van Hijnden was gehuwd met Barbara Loyen
|
|
212. Pieter van HIJNDEN of Hinden, was een zoon van Dirk (zie nr. 211) schepen in 1518. Beide schepenen voerden een sprekend wapen, nl. een hinde met omgewende kop
|
|
213. Jonker Godfried de JEGER. Hij kwam in de schepenstoel in 1541
|
|
214. Jonker Jan de JEGER. Hij werd in 1591 tot schepen benoemd, stierf kort daarop en is door jonker Jan van Brecht vervangen
|
|
215. Jonker Godfried de JEGER. Deze de Jeger in 1611 tot kapitein der schutterij van de Jonge Voetboog verkozen, zat in den schepenstoel in 1609, 1612, 1613, 1620, 1621 en 1624. Zie verder over deze schepenen de Jeger Taxandria III, blz. 240 en 241
|
|
216. Gerlacus van KELDONCK, schepen in 1363. Blijkens het wapen hehoorde zijn geslacht tot dat van Erp, hetwelk het geblokt St. Andrieskruis ongebroken voerde
|