229. Bartholomeus LOEFF van der Sloot. Hij kwam in den schepenstoel in 1545, 1548, 1551, 1552, 1555, 1556, 1559, 1560, 1563, 1566, 1567, 1571, 1572 en 1573. Van October 1550 tot die maand van het jaar 1552 was hij stadsrentmeester en in 1563 president of voorzitter van de schepenstoel. Hij stierf als lid der Lieve-Vrouwe-broederschap in 1576, na ruim dertig jaren deel van het stedelijk bestuur te hebben uitgemaakt

230. Mr. Goyaart LOEFF van der Sloot. Deze nam meer dan veertig jaren deel aan het bestuur. Hij werd tot schepen benoemd in 1561, 1564, 1568, 1569, 1570, 1574, 1575, 1576, 1577, 1580, 1581, 1584, 1586, 1587, 1588, 1591, 1592, 1595, 1596, 1599, 1600 en 1603; van welke jaren hij in 1581, 1588, 1591, 1592 en 1600 de presidentszetel bezette. Hij was getrouwd met Josina Pijnappel en kwam 14 Mei 1604 te overlijden. Zijne gade stierf 2 Mei 1623. Beide echtgenooten werden in de St. Janskerk begraven

231. Mr. Bartholomeus LOEFF van der Sloot, schepen in 1605, 1606, 1616 en 1623. Bij het beleg der stad in 1629 besloot het bestuur op 27 Juli van de burgerij 100,000 gulden tegen 6 1/2% op te nemen, ten einde het garnizoen te kunnen betalen. Om deze gelden te vinden benoemde het een commissie, waarvan Loeff lid was en die verder bestond uit Mr. Goyaart van Herlaer, schepen, jonker Pieter van Gestel en Mr. Arnold van Broeckhoven, gezworens, Mr. Gerard van Someren, Mr. Gerard van Horenbeeck en Mr. Albert van Breugel, raadsheeren, en vier ambachtsdekens. Na een dappere verdediging van vier maanden tegen een overmachtige vijand en toen alle hoop op ontzet vervlogen was, deed het bestuur de artikelen opstellen, welke men bij de overgave der stad aan de republiek der Verenigde Nederlanden voor de burgerij en de geestelijkheid zou trachten te bedingen. Loeff ging op Maandag 2 September met drie andere leden van het bestuur deze zaak met de bisschop en de hoofden der geestelijkheid bespreken. Elf dagen later werd hij met Mr. Robert van Voorn, schepen, Mr. Jan van den Velde, gezworen en pensionaris, Mr. Rogier van Grinsven, raadsheer, Hendrik Somers en Pieter Huyberts, ambachts-dekens, door het bestuur gemachtigd om met de prins van Oranje te onderhandelen tot overgave van de vermaarde vesting, waarvoor Maurits in twee geregelde belegeringen het hoofd gestoten had. Op 14 September ondertekende Loeff met gemelde heren het verdrag van overgave van de stad. Zijn politiek leven was hiermee afgesloten. Het katholiek 's-Hertogenbosch kreeg een protestants bestuur. Mr. Loeff heeft zich ook als geschiedkundige doen kennen. Toen in 1608 de bekende geschiedschrijver Johan Baptist Grammaye zich tot het stedelijk bestuur wendde om stof voor zijn "Taxandria" (voor het eerst in 1610 te Brussel uitgegeven) in ontvangst te nemen, droeg hij aan Loeff, Mr David Everswijn en Mr. Jacob van Balen op daarvoor aantekeningen uit de stadsregisters te verzamelen. De drie heren legden de uitkomst van hun onderzoek neer in een "Historia chronologica oppidi de Buscoducis ab ejns esordio usque ad annum 1565" Van dit manuscript is door Grammaye veelvuldig gebruik gemaakt. Dit handschrift schijnt verloren te zijn gegaan. Een copie er van berust in de Koninklijke bibliotheek te Brussel

232. Goyaart LOEFF van der Sloot. Hij kwam in de schepenstoel in de jaren 1609, 1612, 1616, 1618, 1619, 1622, 1627 en 1628. Hij was kapitein van het schuttersgilde van St. Sebastiaan of den handboog, stierf op bijna 80-jarige leeftijd, 13 October 1661 en werd in het familiegraf van de St. Janskerk bijgezet

233. Jan LOENMAN Janszn., schepen in 1447, 1451 en 1455. Hij bekleedde het ambt van rentmeester der domeinen in de stad en meyerij van 's-Hertogenbosch

234. Hubert van LOON, schepen in 1551 en 1556. Vóór hij in de schepenstoel kwam maakte hij een reis naar het Heilige Land en ontving te Jerusalem de slag tot ridder van het Heilige Graf. Hij was lid der Lieve Vrouwe-broederschap en stierf in 1558

235. Albert van LOZE, schepen in 1330

236. Jacob LOZE. Hij werd tot schepen benoemd in 1384, 1390 en 1399

237. Adam de LU, schepen in 1471 en 1477

238. Goyaart de LU, schepen in 1472

239. Engelbert LUDIEK van Dijck. Hij was rentmeester van de hertog in de stad en meyerij van 's-Hertogenbosch en zag zich in 1318 in de schepenstoel geplaatst

240. Willem LUEDINX. Hij bekleedde het schepenambt tweemaal met een tussenpoos van twaalf jaar en wel in 1477 en 1439