265. Mr. Martinus MOINS. Hij zat in de schepenstoel in 1574, 1575, 1591 en 1592. Van 1580 tot 1582 was hij rentmeester. Bij een. verklaring in het belang der gevluchte kloosterlingen van de abdij Tongerloo te 's-Hertogenbosch d.d. 16 November 1580 voor de schepenbank, zegt Moins bijna 39 jaar oud te zijn. Hij was kapitein van het St. Sebastiaans-gilde of schutterij aan de Handboog en bekleedde ook het kerkmeesterschap van de St. Janskerk. Hij was gehuwd met Johanna Wijnants van Resant, dochter van Heronimus, schepen en raad, kapitein van het St. Christoffelgilde of schutterij der Kolveniers, en Cornelia Bloeymans Hendriksdr

266. Wellinus van NEYNSEL, schepen in 1335

267. Jan NEVE. Hij bekleedde het schepenambt in 1459

268. Hendrik NOODEN, schepen in 1467

269. Roelof NOPPEN. Hij was verscheidene jaren stadsrentmeester en schepen in 1506 en 1512

270. Willem OLIEVIERS van Berckhuysen. Deze kwam in de schepenstoel in 1596, 1599, 1611 en 1612. Hij was een zoon van Mr. Hendrik, een der oprichters van het Weeshuis, en Elisabeth Kemp. Zijne echtgenote, Anna van den Berghe, stierf 1 Januari 1604 en ligt, begraven in de kerk te Oisterwijk. Hij zelf verwisselde het tljdelijke met het eeuwige 24 Juli 1615 en rust bij zijn ouders in de St. Janskerk. Tijdens het beleg der stad door prins Maurits in 1602 was hij luitenant bij de schutterij van den Ouden Voetboog

271. Dirk van OS. Deze nam zitting als schepen in 1434, 1448, 1453, 1461 en 1472. De drie laatstgemelde jaren was hij president of voorzitter

272. Arnold Grotart van OS, schepen in 1451

273. Jan van OS. Hij werd in 1475 tot schepen benoemd en was vele jaren rentmeester van het Clarissenklooster aan de Hinthamerstraat

274. Goyaart Grotart van OS. Deze bekleedde het schepenambt in de jaren 1487, 1491, 1495 en 1499

275. Willem van OS Willemszn., ridder. Deze nam bijna veertig jaar deel aan het bestuur van de stad. Hij werd tot schepen benoemd in 1519, 1524, 1523, 1528, 1531, 1532, 1535, 1536, 1539, 1540, 1543, 1544, 1547, 1548, 1551, 1554 en 1555. Van deze jaren was hij de laatstgemelde zeven president. Hij trad van October 1529 tot die maand van het volgende jaar als stadsrentmeester op. Bij de dood van Lambert Bogaert in l526 werd hij meester van het Leprooshuis, in welk ereambt hij 30 Maart 1541 in Mr. Nicolaas van der Stegen een plaatsvervanger vond. Van Os mocht in 1546 van keizer Karel V te Brussel de ridderslag onvangen. Hij zag zich in Juli 1549 van wege de stad met Mr. Frans van Balen afgevaardigd naar Leuven bij de huldiging van Philips, prins van Spanje, als aanstaande heer der Nederlanden. Bij het neerleggen der regering door keizer Karel V en de overdracht der Nederlanden aan zijn zoon Philips op 25 October 1555 te Brussel was ridder van Os met Mr. Hendrik Bloeymans, heer van Helvoirt, schepen en Mr. Roelof Lokemans, pensionaris, van wege de stad tegenwoordig. Deze verdienstelijke regent, lid der Lieve-Vrouwe-broederschap, stierf in 1556

276. Mr. Pieter van OS Pieterszn., schepen in 1552, 1553, 1556 en 1557. Hij werd in 1535 secretaris ter vervanging van zijn vader, die dit ambt bijna veertig jaar bekleed had. Hij nam deze betrekking waar tot hij 25 September 1551 Igram van Achelen als gasthuismeester opvolgde, welk ambt hij 25 Juli 1556 aan zijn opvolger Jan van Waelre Dirkszn. overdroeg. In zijn plaats als secretaris werd 20 October 1551 Wouter Schellens benoemd. Van Os was Zwanenbroeder van de Lieve-Vrouwe-broederschap en kwam in 1558 te overlijden